Tenuta Sant’Antonio ligt in Valpolicella (de vallei van de vele kelders) 20 km van Verona. De kelders liggen in het plaatsje Mezzane Di Sotto op de berg Monti Garbi. De druiven voor de witte wijnen komen van Monte Ceriani in het Soave gebied in Veneto, 10 km Oostwaarts.

Deze gebieden profiteren van de bescherming tegen de kou in de winter door de bergketens in het noorden en krijgen verkoeling in de zomer door de hoge ligging (300 meter boven zeeniveau) en de nabijheid van het Lago di Garda in het westen en de zee in het oosten.

Vader Castagnedi had een kleine wijngaard in Valpolicella en leverde druiven aan grotere wijnmakers.

De vier zonen Armando, Tiziano, Massimo en Paolo hebben 25 jaar geleden besloten om zelf wijn te gaan maken en hebben kelders en nieuwe wijngaarden aangelegd. Al zo’n 25 jaar maken ze nu wijnen welke door de internationale wijnpers als bijzonder en van zeer hoge kwaliteit worden beoordeeld.

We ontmoeten alle vier de broers. Paolo, de wijnmaker laat ons eerst de wijngaarden zien op de Monti Garbi berg. De grond ziet wit van de kalk(vergelijkbaar met de Chablis in noord Bourgogne).

Strak en mooi verzorgd, waarbij elke druiven soort zijn eigen terroir heeft gekregen. Passend bij de soort en het karakter dat Paolo aan de wijnen wil geven.

Na de wijngaarden bezoeken we de kelders. Net als de wijngaarden “clean” en goed georganiseerd, niets wordt aan het toeval overgelaten. Dit is zeker een noodzaak omdat ze sinds een paar jaren ook wijnen maken zonder gebruik te maken van SO2 bij de vinificatie. Veel nieuwe eiken vaten voor onder andere de Amarone-wijnen.

Tenuta sant’Antonio maakt naast “normale” wijnen ook specialiteiten uit deze regio: Amarone, Ripasso, Passito en Recioto, waarbij het indrogen van de druiven voordat de vinificatie plaatsvindt, een centrale rol speelt.